De gemeente is een betrokken partner van de beweging naar een gezonde regio in Zoetermeer. Wethouder Ingeborg ter Laak en beleidsadviseur Rishma van Vliet zijn lid van de regiegroep. In de regiegroep zitten bestuurders van alle betrokken organisaties. De regiegroep neemt besluiten en is eindverantwoordelijk voor het programma Zoetermeer 2025. Een afvaardiging van de regiegroep sprak op vrijdag 26 maart Zoetermeer 2025 met de burgemeester en wethouders van Zoetermeer en op woensdag 7 april met de gemeenteraad.
Aandacht voor laaggeletterden
De regiegroep lichtte in de gemeenteraad de urgentie in Zoetermeer toe. De vraag naar zorg en welzijn gaat de komende jaren enorm toenemen en de bevolking vergrijst, terwijl er niet meer zorgpersoneel en mantelzorgers komen. Daarnaast werd ingegaan op de visie op een gezonde regio in Zoetermeer.
De raad reageerde positief: “De ambities en het enthousiasme dat jullie uitstralen is mooi”. Raadsleden stelden verhelderende vragen. Ook vroeg de raad aandacht voor laaggeletterden: “We moeten oppassen dat in deze tijd van digitalisering laaggeletterden niet nog meer op afstand komen. Laten we de kansen pakken om zorg en welzijn toegankelijker voor hen te maken door in de communicatie met spraak te werken en met pictogrammen en eenvoudige beeldtaal.” Ook preventie kwam ter sprake. “Hoe kunnen we voorkomen dat mensen ziek worden? Daar hebben inwoners zelf en de gemeente een rol in. Het werkt als je goed samenwerkt tussen het sociaal en medisch domein. Als we samen kijken waar we elkaar kunnen versterken, kunnen we mooie dingen realiseren.”
Ook het college van burgemeester en wethouders reageerden positief op de visie en plannen van Zoetermeer 2025. Er zijn verschillende raakvlakken tussen Zoetermeer 2040, de visie van de gemeente voor de stad en samenleving, en Zoetermeer 2025. “We hebben een gezamenlijke agenda, bijvoorbeeld als het gaat over scholing en arbeidsmarkt.” Het nog meer samenwerken en elkaar vinden, vinden alle partijen belangrijk. “Hoe kunnen we de handen ineenslaan om het integrale denken en doen te bevorderen in plaats van dat iedereen vanuit zijn eigen domein, organisatie of portefeuille werkt?” was een van de vragen. “Laten we verder doorpraten en samen zoeken naar middelen en mogelijkheden. We lossen dit vraagstuk alleen op als we er integraal naar kijken en het echt samen doen. Het vraagt om een gemeenschappelijke investering van aanbieders van zorg en welzijn, verzekeraars en de gemeente. Het gaat over de levens van mensen: daar hebben we iedereen bij nodig”.