Patiënten moeten eigenaar blijven van de eigen gezondheidsgegevens. Dat zegt het recentelijk gepresenteerde Coalitieakkoord 2021-2025. Op regionaal niveau staat de ontwikkeling van een Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO) al een paar jaar op de Zoetermeerse agenda. Het project heeft recentelijk een nieuwe impuls gekregen door een subsidie vanuit praktijkmanager huisartsenzorg Gerco Kanbier. “We starten met het PGO vanuit één huisartsenpraktijk en ontsluiten daar de basis. Dat hopen we in 2022 op te schalen, als het kan.”
Een duidelijk overzicht
Om als patiënt regie te krijgen over je eigen gezondheidsdossier, is het nodig om alle informatie van de zorgverleners waarmee je te maken hebt in één samenhangend en duidelijk overzicht te bundelen. Met een PGO heb je als patiënt alle medicatie- en gezondheidsgegevens van al jouw zorg- en hulpverleners op één online plek staan. Samen met jouw behandelteam beslis je over welke functionaliteiten en informatie je in jouw PGO opslaat. Zo heb je overal en op ieder moment toegang tot de ondersteuning die er voor jou toe doet. Therapeuticum Aurum doet in deze pilot ervaring op met Ivido.
“Het is belangrijk onderscheid te maken tussen een PGO en een patiëntportaal,” legt Gerco uit. “Deze zijn niet hetzelfde. Patiëntportalen zijn informatiesystemen of websites van zorgverleners. Vaak heb je als patiënt te maken met meerdere portalen van bijvoorbeeld jouw huisarts, ziekenhuis en fysiotherapeut. Een PGO kun je zien als een paraplu waar je als patiënt zelf informatie vanuit verschillende behandelaren als het ware naar je toe kunt halen en hier zelf de regie over houdt. Een PGO is dus een omgeving voor jouzelf, waarin je je gezondheidsgegevens van verschillende partijen kunt verzamelen en zelf kunt bepalen óf en met wie je deze deelt.”
Beter passende zorg
Ivido biedt de mogelijkheid om gezondheidsgegevens op te vragen van bijvoorbeeld je huisarts, ziekenhuis, apotheek, psycholoog of andere instelling. Vervolgens kan je de gegevens inzien en delen met een andere behandelaar. “Dit kan bijvoorbeeld gaan over je allergieën, eerdere diagnoses en behandelingen. Jij hebt hier dan inzage in en die gegevens kunnen weer doorgestuurd worden naar je huisarts. Zo kan jouw zorgnetwerk direct samenwerken. Dat geeft ook rust en controle,” zegt Kanbier. “Want als jij en jouw behandelaar goed geïnformeerd zijn, dan kun je samen tot de best passende behandeling komen.”
PGO is bedoeld voor iedereen
De PGO van Ivido is er voor iedereen. Het ondersteunt patiënten in verschillende fasen van hun leven: bij een chronische aandoening, als je door de komst van een kind in een nieuwe levensfase terecht komt of als je proactief aan je gezondheid wilt werken. “Het PGO is dus niet alleen bedoeld voor mensen die al een groot medisch dossier hebben”, licht Gerco toe. “Voor mensen die niet ziek zijn, biedt het PGO de mogelijkheid om periodiek hun gezondheidsbeleving te meten of om zelfmetingen te doen op het gebied van voeding, beweging, bioritme, stress en zingeving.”
Waardevol voor zorgverleners
“Voor zorgverleners kan een PGO ook erg waardevol zijn,” zegt Gerco. “Het komt de samenwerking met hun patiënten ten goede. Een PGO kan helpen de stijgende zorgvraag wat op te vangen en leidt ook tot beter geïnformeerde patiënten en zorgverleners. Zorgverleners beschikken op deze manier ook over meer informatie, wat alleen maar ten goede komt aan het bieden van de juiste zorg.”
Toekomstvisie
“De mensen die nu meedoen aan de pilot, krijgen begeleiding via Ivido over hoe ze gegevens ophalen en hoe je de app gebruikt. Dit is de randvoorwaarde voor andere diensten die hieraan gekoppeld kunnen worden. Eerst moet er vertrouwen zijn met de app”, aldus Gerco. Voor de verdere ontwikkeling van het PGO en het nut van het gebruik is het noodzakelijk dat er nog meer gegevens via de huisarts en het ziekenhuis opgehaald kunnen worden. “Het gebruik van een PGO staat op dit moment nog in de kinderschoenen. Desondanks is het heel fijn dat we de pilot nu op deze kleinschalige manier kunnen draaien. Hierdoor kunnen we veel leren van de ervaringen van zowel patiënten als zorgverleners.”